Hypnotherapie
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is hypnose of trance geen opzienbarend verschijnsel. Bijna iedereen maakt in het dagelijkse leven wel eens tranceachtige toestanden mee:
- Je bent zo in een boek verdiept dat je iemand niet hebt horen binnenkomen.
- Je rijdt met je auto langs een bekende route en ineens realiseer je je dat je de laatste vijf minuten niets hebt opgemerkt van de omgeving en dus op 'de automatische piloot' moet hebben gereden.
Een dergelijke verandering van de waarneming of het bewustzijn noemen we een 'alledaagse trance'. Er is geen wezenlijk verschil tussen deze alledaagse trance en de hypnotische trance tijdens hypnotherapie. Het verschil zit hem alleen in de wijze waarop er van deze bewustzijnstoestand gebruikgemaakt wordt.
De trancetoestand tijdens hypnotherapie, waarbij de aandacht sterk gericht is op één zaak, zorgt voor de contactmaking met uw eigen innerlijk. Op zo'n moment kan je delen van jezelf bereiken waar je met je rationele, logische bewustzijn geen toegang tot hebt. Door inzicht in het onderbewuste te verkrijgen, krijg je ook grip op je onbewuste reacties, stimuleer je zelfgenezende processen in het lichaam en kan je beter gebruik maken van jouw lichamelijke en geestelijke capaciteiten.
De hypnotherapeut helpt door middel van vragen, opmerkingen en suggesties, zodat je optimaal gebruik kunt maken van je eigen latente mogelijkheden. Tijdens de trance richt hij zich direct tot het onderbewuste en werkt daarom (net als het onderbewuste) veel met symbolen en metaforen. Indirecte suggesties aan het onderbewuste spelen een belangrijke rol in de communicatie tijdens een trancetoestand. In sommige gevallen zal ook met dromen worden gewerkt.
De verschillende redenen om voor hypnotherapie kiezen zijn:
- Lichamelijke klachten waarvan de dokters gezegd hebben dat je ermee moet leren leven;
- De vraag naar psychologische begeleiding bij een ernstige ziekte;
- De verbetering concentratie, assertiviteit of zelfvertrouwen;
- De behandeling van dwangmatige handelingen, zoals eetproblemen, roken, overmatig alcoholgebruik, bedplassen, nagelbijten of snoepen;
- De behandeling van angsten en fobieën, zoals straat- en pleinvrees, vliegangst, faalangst, claustrofobie, hoogtevrees, angst voor de tandarts, angst voor een operatie en angst voor ziekte of de dood;
- Emotionele klachten, zoals depressiviteit, schuldgevoelens, stress, minderwaardigheidscomplexen en trauma's.